Gedachten zijn vrij. Zij ontglippen (meestal)
aan de waarneming van de omstanders. Gelukkig
kunnen wij wel gedachten uitwisselen met behulp
van tekens die dragers zijn
van betekenis. De tekens zelf
zeggen niets; de inhoud wordt verstaan door
hen die de betekenis kennen. Dit onderscheid
tussen het teken en de betekenis is van groot
belang; uit de verwarring van die twee zijn
veel misverstanden voortgekomen.
Een veelgebruikt teken als voertuig van communicatie
is de gesproken of geschreven taal.
Met woorden verstaan twee mensen elkaar, mits
ze allebei dezelfde betekenis aan die woorden
geven. Zo nee, dan is er een misverstand (1).
Gaat het over concrete zaken zoals een boom
of een stoel, dan is de betekenis meestal wel
duidelijk; komen er meer abstracte dingen ter
sprake, dan staat niet bij voorbaat vast dat
spreker en hoorder in een woord dezelfde betekenis
verstaan. Nog moeilijke wordt het als we praten
over spirituele thema's en daarbij het kerkelijk
jargon gebruiken. De kans is groot dat de hoorder
zich een ander beeld vormt dan de spreker bedoelde.
Alweer een bron van misverstand (2); er bestaan
vele voorbeelden van.
Mooie tekens met een betekenis zijn de verhalen
die de mensen elkaar vertellen. Elk volk heeft
zo zijn heldenstories die vertellen hoe dapper
de voorouders waren. Het is niet eens belangrijk
of de verhalen historisch zijn; als je maar
niet twijfelt aan de dapperheid blijven wij
het verhaal voor waar vertellen, want de betekenis
is wáár.
Toen in een ver verleden in het diersoort Mens
iets van zelfreflectie ontwaakte en mensen zich
bewust werden van de omringende wereld, zullen
zij er weinig van begrepen hebben. Er was regelmaat
die zekerheid bood: dag en nacht, zomer en winter,
en er was chaos: mislukte oogst, ziekte, ongeval
en dood. Om er iets van te begrijpen hebben
de mensen herkenbare tekens bedacht die aan
de onbegrepen dingen betekenis gaven. De sterrenhemel
werd een koepel, de aarde een vruchtdragende
moeder, de zon een macht die andere machten
te boven ging. In de loop van vele eeuwen zijn
aldus de verhalen ontstaan die de strekking
hadden, betekenis te geven aan dingen die zonder
die verhalen onbegrijpelijk zijn. Ook de menselijke
ervaringen van liefde of haat, moed, angst,
trouw, vreugde of verdriet hebben talloze verhalen
opgeleverd. De goede en kwade kansen werden
in handen gelegd van geesten en demonen. Zo
werden de goden geboren en met hen een hele
mythologie, die zich in de loop van de eeuwen
steeds uitbreidde en verfijnde. Gaandeweg werden
aan de goden alle onbegrepen dingen toegeschreven:
het ontstaan van de wereld en van het leven,
vruchtbaarheid en dood, voorspoed en rampen,
het lot van de mensen als volk of als individu;
de thema’s zijn onbegrensd.
Het was de tijd dat de overdracht van ideeën
vooral mondeling gebeurde; de verhalen konden
worden onthouden en gaven concrete vorm aan
abstracte gedachten. Ze wortelden meestal in
de eigen leefwereld van de mensen en waren vaak
duurzamer dan die leefwereld, die immers voortdurend
verandert. Zo kon het gebeuren dat de beelden
die in de verhalen worden gehanteerd na een
tijd niet meer begrepen worden. Vooral de verhalen
met een religieuze betekenis kunnen hardnekkig
zijn en de wereld van hun ontstaan overleven.
Ook hierdoor zijn veel misverstanden (3) ontstaan.
Een enkel voorbeeld van wat ik bedoel: ooit
hebben volgelingen van Jezus na zijn dood begrepen
dat die dood niet het einde was. Zij hebben
dat uitgedrukt met een beeld dat in hun tijd
begrepen werd: het verhaal van de verrijzenis.
Die taal wordt nu niet meer begrepen maar het
verhaal leeft nog steeds. Wij weten er eigenlijk
geen raad mee.
Als verhalen méér werden dan dragers
van een betekenis, kon het gebeuren dat die
betekenis verdween achter het verhaal. Het verhaal
werd zelf de betekenis: werd gezien als een
weergave van feiten, als informatie over een
gang van zaken. Mythen werden verstaan als geschiedenis.
Hier zijn zeer veel misverstanden (4) uit voortgekomen
die tot op de dag van vandaag voortleven. Bijbelverhalen
en theologische bespiegelingen zijn ons als
feitelijkheden voorgehouden, terwijl het niet
meer zijn dan voorstellingen, ver-beelding
van dingen die moeilijk te beschrijven zijn
of waar we gewoon niets van weten. Men kan zich
met behulp van de beelden een voorstelling maken
van de werkelijkheid, maar die is niet aan de
verhalen verbonden: is niet aan de tekens
geketend. Zoekend naar de werkelijkheid
achter het verhaal moeten we de ketens breken,
de tekens achter ons laten en een omschrijving
van de werkelijkheid vinden die voor ons bevattelijk
is. Soms kunnen we dankbaar gebruik maken van
wat al vóór ons is bedacht, soms
kàn dat niet omdat die voorbedachte beelden
niet meer passen in het cultuurbeeld van onze
tijd. En dat is met veel bestaande beelden het
geval; misschien is dit wel dé grote
oorzaak van de huidige massale geloofsafval.
Moeten we dan maar de verhalen achter ons laten,
de bijbel en de geloofsinhoud "ontmythologiseren"?
Nee, zeker niet ! De verhalen zijn ons maar
al te goed bekend en ze zijn dragers van rijke
gedachten. We moeten alleen het misverstand
uit de weg ruimen, dat ze een beschrijving geven
van een (al dan niet historische) werkelijkheid,
als waren het krantenreportages waar wij in
onze cultuur aan gewend zijn. Elk verhaal zou
vertaald moeten worden in denkcategorieën
van onze tijd, en dat zou telkens opnieuw moeten
gebeuren. Een duurzame taak voor de predikanten,
de theologen en de auteurs van instructieve
boeken
Dat wij ons losmaken van de voorstelling
van zaken die ons door de kerk en de traditie
worden aangereikt, wil niet zeggen (want dat
zou het ergste misverstand zijn!), dat wij die
zaken zelf ontkennen. We kunnen in God geloven,
ook als het beeld dat wij van hem hadden voor
ons onbruikbaar geworden is. We blijven ethische
normen handhaven, ook als wij geen zicht meer
hebben op een god met ge- en verboden, noch
uitzicht op een hiernamaals met loon of straf.
Het mensenleven blijft rijk en zinvol, ook als
we het vermoeden hebben dat het met de dood
definitief is afgelopen. De motieven zullen
alleen nieuw geformuleerd moeten worden, misschien
ook wel weer in beelden en tekens, die op hun
beurt maar tijdelijk van betekenis zullen zijn.
|